Tuesday 26 March 2019

Het raadsel van de 0-jarige schol//The puzzle of 0-year plaice

Zoals in de vorige blog te lezen is, troffen we tijdens de BTS 2018 een niet eerder vertoonde hoeveelheid 0-jarige schol aan. Om er achter te komen of we te maken hadden met schol die vanuit de ondiepe kustzone naar dieper water was getrokken óf dat er extreem veel 0-jarige schol in zee zat, hebben we de gegevens van de BTS gecombineerd met die van de Sole Net Survey (SNS, sinds 1969) en Nederlandse Demersal Fish Survey (DFS, sinds 1970). Beide surveys zijn zo opgezet dat ze informatie over jonge platvis geven.
As said in the previous blog, the BTS 2018 showed a significant amount of 0-year plaice (2018 yearclass). We combined the BTS data with the data of the Sole Net Survey (SNS, since 1969) and the Dutch Demersal Fish Survey (DYFS, since 1970). Both surveys are designed to provide information on the younger age classes of flatfish species. 

Wanneer er sprake zou zijn van verplaatsing, dan is de verwachting dat we een afname zien in de kustgebonden surveys (DFS en tot op zekere hoogte SNS). De onderstaande figuur laat echter zien dat zowel in de BTS in de zuidoostelijke Noordzee en Duitse Bocht, de SNS en de DFS in de kustzone veel 0-jarige schol gevangen is. Zeker voor de BTS is dat uitzonderlijk.
If a change in spatial distribution of 0-group plaice had caused the high values in the BTS, the numbers in the more coastal surveys DYFS and SNS would have shown a decrease compared to previous years. From the figure below, this appears not to be the case. The numbers in the SNS and coastal DFS are also high in relation to the rest of the timeseries.

Tijdserie van de 0-jarige schol voor de BTS (groen: centrale en westelijke Noordzee, rood: zuidoostelijke Noordzee en Duitse Bocht), SNS (donkerblauw), DFS in de kustzone (lichtblauw) // Timeseries of 0-group plaice in BTS (green: central and western North Sea, red: southeastern North Sea and German Bight), SNS (dark blue), DFS (light blue)

Hoe kan dat?/Why did this happen?

Het is onduidelijk waarom er zo extreem veel 0-jarige schol zit in vergelijking met andere jaren. Er zijn veel mogelijke verklaringen te bedenken, zoals een lange koude periode in het voorjaar, (al dan niet in combinatie met) een lange warme zomer, of simpelweg toeval, uiteindelijk weten we het op dit moment niet en misschien komen we er wel nooit achter. We zien het niet terug bij tong.
It is not clear why the 2018 yearclass plaice is so strong. Potential explanations can be a long and cold winter, (followed by) a long and warm summer, or simply coincidence. However, at this very moment we don't know what is the real explanation, and maybe we'll never know it for sure. We don't see an extremely strong yearclass in sole.

En nu?/And now?

Het eerlijkste antwoord is: afwachten. Het is duidelijk dat er veel schol is geboren in 2018 en dat deze de zomer goed doorstaan heeft. We kunnen echter pas in de surveys van 2019 zien of deze vissen ook als éénjarige nog te zien zijn. Het is onduidelijk of de verspreiding verder uit de kust dan in andere jaren effect heeft op de overleving.
The answer is: wait and see. It is clear that the 2018 plaice yearclass is very strong, but it is unclear how it will further develop. The spatial distribution extends to deeper areas than ever before, and its effect on the survival rate is currently unknown. The 2019 surveys will tell us if the yearclass has survived this winter.




Resultaten BTS 2018//Results BTS 2018


De Nederlandse boomkorsurvey in de Noordzee is al een flinke tijd afgelopen en intussen zijn ook alle gegevens verwerkt en otolieten afgelezen. We weten dus weer hoe het er ten opzichte van voorgaande jaren voor staat met de schol, tong en andere soorten. In deze blog de resultaten van tong en schol die in de bestandschatting gebruikt worden. 
The Dutch beam trawl survey in the North Sea has ended a long time ago, and hereby the results for plaice and sole as used in the stock assessment models. This blog presents the results for sole and plaice as used in the stock assessment models.

Tong/Sole

Voor tong wordt alleen gebruik gemaakt van de gegevens uit de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht (figuur 1) omdat de soort in de rest van de Noordzee beperkt voorkomt. De jaarklasse 2016 (1 jaar in 2017) lijkt als 1-jarige sterker te zijn dan de jaarklasse 2015. Dat beeld continueert in 2018 voor 2- jarige tong (jaarklasse 2016). 
For sole, only the data from the southeastern North Sea and German Bight are used in the stock assessment, as that reflects the species'spatial distribution. Yearclass 2016 (1 year old in 2017) seems to be stronger than the 2015 yearclass, also based on the 2018 results (2-year olds). 
Figuur 1. Index voor 1-, 2-, 3- en 4-jarige tong en tong van 5 jaar en ouder op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht; in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer. // Figure 1. Index for 1-, 2-, 3-, 4- year old sole and sole of 5 years and older; in numbers per hour fished. The horizontal red line is the long-term average. 


Schol/Plaice

De jaarklasse 2014 lijkt in beide gebieden de minst sterke van de afgelopen jaren (figuur 2). De hoeveelheid 1- en 2-jarige schol beweegt zich in beide gebieden rond het langjarig gemiddelde zonder duidelijke trend. De hoeveelheid schol van 5 jaar en ouder neemt in de hele Noordzee al een aantal jaren gestaag toe, maar de toename verloopt minder snel dan in eerdere jaren. In beide gebieden gaat de ontwikkeling van de oudere vis gelijk op voor de verschillende jaarklassen.
Figure 2 shows that the 2014 yearclass plaice is the weakest in years. The amount of 1- and 2-year old plaice shows a similar pattern in both areas, but without a clear trend.Older plaice (5+) still shows a slight increase over years, but is slowly stabilizing.


Figuur 2. Index voor 1-, 2-, 3-, 4-jarige schol en schol van 5 jaar en ouder op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht (links), en voor de bemonstering in de centrale en westelijke Noordzee (rechts); in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer. // Figure 2. Index for 1-, 2-, 3- 4-year old plaice and plaice of 5 years and older in the southeastern North Sea and German Bight (left) and central and western North Sea (right), in numbers per hour fished. The red horizontal line is the long-term average.

Tot zover weinig gekke dingen. We hadden echter het gevoel dat we veel jonge schol hadden gevangen tijdens de survey en zagen die niet terug als 1-jarige beesten. Daarom hebben we ook de gegevens van de 0-jarige schol in een figuur gezet (figuur 3). Het is duidelijk dat in 2018 het aantal 0-jarigen extreem veel hoger was dan in alle andere jaren. We konden twee mogelijke oorzaken bedenken: (1) er is heel erg veel schol van jaarklasse 2018 of (2) de schol is verplaatst vanuit de kustzone naar diepere gebieden. In de volgende blog laten we zien hoe we dat verder hebben onderzocht.
So far, nothing really spectacular. We however felt that we'd caught many small plaice, and as you can see in figure 2, this were not the 1-year olds. So we prepared figures for the 0-year olds (yearclass 2018, figure 3) for both areas. There appeared to be a significant amount of 0-year old plaice. We could think of two reasons: (1) 2018 plaice is a strong yearclass, or (2) 0-year old plaice moved from the shallow coastal areas into deeper water. In the next blog we show our further investigations.

Figuur 3. Index voor 0-jarige schol op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht (boven), en voor de bemonstering in de centrale en westelijke Noordzee (onder); in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer. // Figure 2. Index for 0-year old plaice in the southeastern North Sea and German Bight (upper) and central and western North Sea (lower), in numbers per hour fished. The red horizontal line is the long-term average.