Monday 24 September 2018

Dunne schol//Skinny plaice


In het artikel in Visserijnieuws constateerde één van de waarnemers uit de visserijsector dat de schol dit jaar uitzonderlijk dun was. Daarmee bedoelde hij dat er weinig vlees op de graat zat. Wij hadden dat zelf ook geconstateerd, dus toen de survey afgelopen was hebben we eerst op basis van de nog niet gevalideerde gegevens gekeken in hoeverre de verhouding tussen de lengte en het gewicht van de schol afweek ten opzichte van eerdere jaren. We hebben er (nog) geen statistische analyse op losgelaten, maar op het eerste gezicht lijkt er niet iets wezenlijk veranderd te zijn aan die verhouding.
Een niet veranderde verhouding tussen lengte en gewicht en toch minder vlees op de graat kan er op duiden dat de vis zijn gewicht ergens anders heeft zitten dan in vlees. Normaal gesproken is dat dan in de voortplantingsorganen. Een vis kan niet groeien en voortplanten tegelijk. We registreren tijdens de BTS niet in welk voortplantingsstadium de schollen zijn, maar we vonden toevallig wel een schol die paairijp was. Dat is uitzonderlijk in augustus, want normaal gesproken paait schol in de winter.
We zijn dus nog hard op zoek naar mogelijke verklaringen van de beleving van ‘dunne’ schol; we zullen hier zeker verder naar kijken en ook gegevens uit andere bronnen dan de survey, zoals de bemonstering van vis uit de afslagen, meenemen.
paairijpe schol (vrouw)//female plaice with hyaline eggs


During the survey, observers from the fisheries sector are on board. One of them mentioned last week in the Dutch Fishing News that the plaice caught in the survey was very skinny. That was also our conclusion throughout the survey. We tried to figure out if there was any clear change in the length-weight relationship compared to previous years, but at a first view (no statistical analysis yet) based on the preliminary data did not show that clearly. So it might be that the plaice has put its weight on a different location in its body than in the flesh. Although we don’t register sexual maturity for plaice during the survey, we found one plaice with hyaline eggs which is quite surprising for a winter spawner. We’ll investigate this further and take other sources of information into account, such as results from the auction sampling.

Tuesday 11 September 2018

een week aan boord//a week on board (by Roos)


Sinds ik in de wereld van vis werk –nu zo’n drie maanden– wilde ik graag mee op een onderzoeksreis op de Noordzee. Op aanraden van collega’s meldde ik mij bij WMR en twee maanden later bevond ik mij aan boord van de Tridens, aan de lopende  band.
From the moment I started working in the field of fisheries -about three months now- one of my wishes was to join a research trip on the North Sea. My colleagues recommended to contact Wageningen Marine Research, and two months later I was on board Tridens, sorting fish.

Een week lang spetterden de vissen mij om de oren en dook ik in de benthos. Ervaringen die ik nooit zal vergeten, met enthousiaste en geduldige collega’s die mij elke keer weer uit wilden leggen wat het verschil was tussen een schar en een lange schar. Engelengeduld!

For one week, I sorted fish and benthos, and experienced things I'll never forget anymore. The colleagues on board were very patient in explaining (over and over again) how to distinguish a dab from a long rough dab.


Ook probeerde de bemanning mij te leren hoe ik schol, haring, poon en wijting moest schoonmaken. Op de poon na helaas met wisselend succes (maar wel met  veel plezier). Na een week stond ik wiegend op de kade Newcastle en nu ik weer achter mijn bureau in Den Haag zit merk ik: ik mis het mooie schip, de mensen en zelfs die lopende band toch wel een beetje.
On top of that, the crew tried to teach me how to clean plaice, herring, gurnard and whiting-not always successfully, but definitely a lot of fun. After five days at sea I left the ship, and now I'm back at my desk in The Hague I miss the vessel, the people and even the fish sorting.


Wednesday 29 August 2018

voortplanting//reproduction II

Toen vandaag één van de vangsten gestort werd, leek het alsof er een soort schuimrubber in de vangst zat. Het bleken -meer dan 7 kilo- wulkeieren te zijn. We vangen wel vaker eieren van de wulk (en ook van andere slakken), maar zelden in zo'n grote hoeveelheid. Ruben kreeg het voor elkaar om ze zo op te stapelen dat we alles tegelijk konden wegen.

Today, when one of the hauls came in, there seemed to be a kind of foam in the catch. It appeared to be more than 7 kilo's of whelk eggs. We catch whelk (and other gastropod) eggs quite frequently, but rarely so much. Ruben managed to pile the eggs in such a manner that we could weight the whole lot.

wulk-eieren//whelk eggs
In diezelfde trek troffen we een vrouwtjesrog (sterrog Raja radiata) die bezig was een ei te produceren. Tijdens het meten van de vangst kwam het ei langzaam uit het vrouwtje. Nadat alle vangst gemeten was is alles weer overboord gegaan.
In 2014 schreven we een blog over paairijpe mannetjesroggen (http://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2014/09/voortplantingreproduction-tijdens-deze.html). 

In the same haul, we found a female starry ray (Raja radiata) that was about to lay an egg. While we were measuring the catch, she managed to lay the egg. Everything was put overboard after the measurements were done.
In 2014 we wrote a blog about fertile male starry rays (http://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2014/09/voortplantingreproduction-tijdens-deze.html)


vrouwtjesrog die een ei produceert//female ray producing the egg

Wat is een boomkor?//What is a beam trawl?

Het fijne van een blog is dat je lezersvragen kunt beantwoorden (blijf vragen, misschien komen er antwoorden!). In dit geval was de vraag 'wat is een boomkor'? Op zich is het simpel: wikipedia geeft het antwoord: 'De boomkor bestaat uit een sleepnet, dat wordt opengehouden door de boom, een metalen buis aan de voorkant van het net. Aan de uiteinden van de huidige boom zitten zware stalen sloffen, die over de zeebodem glijden. Kor betekent sleepnet. De mazen zijn aan het begin groter dan aan het eind, waardoor ondermaatse vis kan ontsnappen. Aan de boomkor zijn vaak verschillende kettingen bevestigd die ervoor dienen de platvis uit het zand op te laten schrikken. Deze kettingen worden daarom wekkerkettingen genoemd.' 

One of the nice things of keeping a weblog is the possibility to respond to questions that many people may have in their head and only one will ask. In this case: what is a beam trawl? http://www.vliz.be/en/beamtrawl provides a nice definition: 'A beam trawl net is a fish net held open by a steal beam with two ‘shoes’ (two steel plates) attached at the ends. A concave-shaped net hangs behind the beam which retains the catch. A beam trawl is towed by a vessel over the seafloor and is mostly used to catch shrimps, flatfish or fish living close the seafloor.'

de boomkor die we gebruiken voor het onderzoek//the beam trawl we use
(foto: I. de Boois)

Voor het onderzoek naar platvis gebruiken we een 8 meter brede boomkor met een aantal kettingen. Op de foto zijn de boom (horizontale balk), de sloffen (aan de uiteinden) en de wekkerkettingen goed te zien. Daarnaast zie je ook nog een soort raster voor het net hangen. Dat is het zogenaamde 'schotje', waarmee we in de centrale en westelijke Noordzee stenen uit ons net houden. Die blijven hangen in het schotje waardoor het net heel blijft. In de zuidoostelijke Noordzee gebruiken we netten zonder schotje, want daar liggen vrijwel geen stenen op de locaties waar wij vissen.
Voor het onderzoek uit één van de voorgaande blogs gebruiken we een 2 meter boomkor met een kettingmat (zie foto hieronder).

During this survey, we use an 8 meter beam trawl (see picture), with a number of chains. In the central and western North Sea we rig the gear with a flip-up rope, to prevent net damage by boulders. The boulders get stuck in the flip-up rope and won't enter the net. 
The 2 meter beam trawl we refer to in http://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2018/08/klein-kleiner-kleinstsmall-smaller.html is rigged with a chain mat (see picture below).




Tuesday 28 August 2018

Botten/bones



Vorige week dinsdag vingen we een aantal botten tijdens een trek: een schedel en andere botten. We hadden geen idee wat het zou kunnen zijn; geen vogel want daar waren de botten te zwaar voor (dan wordt vliegen wat lastig) en geen vis, maar wat dan? Een zeezoogdier lag voor de hand, maar welk beest dan? We gingen daarom te rade bij collega's. Het blijken botten van een zeehond te zijn. Vermoedelijk van de gewone zeehond; in elk geval niet van de grijze. Met dank aan Mardik Leopold voor de zoektocht en zijn bezoek aan de schuur van Adrie Vonk (zie ook https://vroegevogels.bnnvara.nl/nieuws/fantastische-verzameling-walvisbotten) en Adrie Vonk voor het verzamelen van al die botten. 



Last week, we caught bones in one of the hauls on Tuesday: a skull and some other parts. We didn't have a clear idea what it might have been; not a bird as the bones are too heavy and no fish either. Probably a mammal. We asked our colleagues, and the answer came promptly: a seal of the Phoca-type. Thanks to a nicely documented collection of sea mammal bones at Texel (Adrie Vonk). Thanks to Mardik Leopold for visiting the collection.

Sunday 26 August 2018

Een beetje, veel, te veel vissen om te meten//Some, many, too much fish to measure

Eén van de belangrijkste activiteiten na het vissen is het meten van de vis. We sorteren de vissen per soort en meten ze vervolgens op een meetplank, waarbij degene die de vis meet dat meteen via een headset doorgeeft aan iemand achter een computer. We meten de vis 'to the cm below', wat betekent dat we alle vis tussen 8 en 9 cm '8 cm' noemen en alle vis tussen 9 en 10 cm '9 cm' etc. We willen de lengteverdeling per vissoort weten, dus daarom meten we ze. In principe meten we daarom alle vis. Maar hoe doen we dat wanneer we zoveel vissen vangen dat dat gegeven de beschikbare tijd onmogelijk is?

One of the important steps in the catch processing is fish measurement. We measure all fins species 'to the cm below', meaning that all fish from 8 to 9 cm is '8 cm', and from 9 to 10 '9 cm', etc. The idea is to retrieve a length-frequency by species. But what do we do when the catch is too big to measure everything within the available time?
vangst op één van de stations in de Moray Firth/catch on one of the stations in the Moray Firth
Op dat moment nemen we een deelmonster ('sub'). We splitsen de vissen van één soort in gelijke delen. Dat kan op basis van gewicht met behulp van een weegschaal, maar ook op het oog. De vangst wordt eerst in twee gelijke delen verdeeld en indien nodig nogmaals (en nogmaals en nogmaals). Het minimum aantal te meten vissen is 50. Bij een vangst waar de lengtes gelijk verdeeld zijn is dit aantal voldoende om een representatieve lengteverdeling te hebben. Je kunt er dan dus vanuit gaan dat het deel dat gemeten is vermenigvuldigd kan worden met het aantal fracties. Wanneer van een soort enkele extreem grote exemplaren in de vangst zitten en heel veel kleinere, meten we alle grote exemplaren en delen we de kleine vis op waarvan we dan een fractie meten.
De vangst op de foto bevatte meet dan 750 scharren en iets meer dan 700 schollen, In plaats van een kleine 1500 vissen te meten, maten we 1/8 van de scharren (97) en 1/8 van de schollen (88). In de volgende trek hadden we nog meer scharren, dus daarvan hebben we 1/16 van het totaal gemeten. Het aantal schollen was wel ongeveer gelijk aan de trek ervoor, dus daarvan maten we 1/8 deel.

When it is too much to measure, we subsample, Subsampling is possible by weight, but also by fraction. We split the catch into two equal parts and, if necessary, we split one of the parts again in two, and again, and again.... the minimum number of fish to measure is 50 per species. If the catch contains a few large specimens of a certain species and (too) many smaller, we measure all the large ones and subsample the smaller fish.
The catch on the picture contained more than 750 dab and more than 700 plaice. Instead of measuring a little less than 1500 fish, we measured 97 dab and 88 plaice of the subsample (1/8 of the total). The next haul contained even more dab (subsample 1/16).

Friday 24 August 2018

Klein, kleiner, kleinst//Small, smaller, smallest

Tijdens de boomkorsurvey vissen we normaal gesproken met 8 meter brede boomkorren. Aanvullend vissen we echter ook -ongeveer één keer per dag- met een twee meter brede boomkor om te onderzoeken welke kleine beesten op de bodem van de zee leven. Het schip (74 meter) is buitenpropotioneel voor zo'n klein vistuig, maar we voeren dit onderzoek al pakweg 20 jaar probleemloos uit. Resultaten van Noordzeebreed onderzoek waaraan ook wij hebben bijgedragen, staan onder andere in Zühlke et al. (2001) en op http://www.mafcons.org/finalreport.php.

Normally we use an 8 meter beam trawl for fishing, but about once a day we sample with a 2 meter beam trawl to investigate smaller epifauna. The vessel (74 m) is quite large for operating such a small gear, but we've carried out the sampling since approx. 20 years and it works fine. Results of one of the studies in the North Sea to which we've contributed can among others be found in Zühlke et al. (2001) and on http://www.mafcons.org/finalreport.php.

de 2 meter boomkor//the 2 meter beam trawl
details can be found in Jennings et al., 1999

De vangst van vrijdag bevatte heel veel kiezels, dus het sorteren was een flinke klus. Het is een wonder dat het net niet stuk was. Het is wonderbaarlijk hoeveel je kunt vangen door vijf minuten te vissen met beperkte snelheid. Naast de kiezels vingen we 46 verschillende soorten dieren, van hydroidpoliepen tot garnalen, krabben en vissen.
Friday's catch was full of gravel, so sorting was quite a job. It is surprising how much you can catch in a 5 minute tow at low speed. We caught -apart from the gravel- 46 species, e.g. hydrozoa, crabs and finfish species.
sorteren van de vangst van de 2 meter boomkor//sorting the 2 meter beam trawl catch

Het harde werk leverde leuke vondsten op: zo troffen we voor het eerst in jaren weer eens de zuignapvis Diplecogaster bimaculata aan. Het beestje was 2.5 cm klein en heeft een zuignap aan de onderkant van zijn lijf waarmee hij zich op stenen vast kan zetten.
The effort was worth it: we found Diplecogaster bimaculata, a 2.5 cm fish with a sucker to keep him attached to stones.
zuignapvis//Diplecogaster bimaculata

We vonden ook veel kiezelkrabjes (Ebalia cranchii-de naam verraadt al dat het geen verrasing hoeft te zijn tussen alle kiezels-. Deze beesten hebben een schildbreedte van max. 1 cm en we treffen ze inderdaad vooral aan wanneer we veel kleine stenen vangen.
We also caught Ebalia cranchii, one of the species that is typically connected to gravel-dominated catches. The carapax width is max. 1 cm.

Kortom, we keken terug op een interessante vangst. Niet direct relevant voor de visbestanden, maar wel voor allerlei andere informatie over wat er op de bodem van de Noordzee leeft. Zo houden we onze kennis met een ruim half uur extra onderzoek per dag op peil en staan we ook eens even buiten te werken (want de rest van ons werk gebeurt binnen). In dit geval waren we in de Schotse wateren; ongeveer 3˚30'W, 58˚15'N (Moray Firth).
Over all, it was an interesting catch. And although not directly relevant to the fish stocks, it helps us to collect more information on the biota at the bottom of the North Sea. We keep our knowledge on the species up to date and spend some time outdoors (the rest of the work happens indoors). In this case we were at about 3˚30'W, 58˚15'N (Moray Firth).


Literatuur//References
Jennings
 
S.
,  
Lancaster
 
J.
,  
Woolmer
 
A.
,  
Cotter
 
J.
Distribution, diversity and abundance of epibenthic fauna in the North Sea
Journal of the Marine Biological Association of the UK
 , 
1999
, vol. 
79
 (pg. 
385
-
399
)

Zühlke
 
R.
,  
Alsvag
 
J.
,  
de Boois
 
I.
,  
Cotter
 
J.
,  
Ehrich
 
S.
,  
Ford
 
A.
,  
Hinz
 
H.
,  
Jarre-Teichmann
 
A.
,  
Jennings
S.
,  
Kröncke
 
I.
,  
Lancaster
 
J.
,  
Piet
 
G.
,  
Prince
 
P.
Epibenthic diversity in the North Sea
Senckenbergiana Maritima
 , 
2001
, vol. 
31
 (pg. 
269
-
281
)

Thursday 23 August 2018

Eerste stand van zaken//First update BTS 2018

We zijn alweer sinds 30 juli bezig met de jaarlijkse boomkorsurvey om te monitoren hoe het gaat met de bestanden van allerlei platvissen (=hoeveel vis er in zee zit), met name voor schol, tong, tarbot, griet, schar. Door ieder jaar hetzelfde gebied te bevissen kunnen we de gegevens tussen de jaren goed vergelijken. Bij deze een eerste update van waar we zijn geweest en wat de hebben gezien.

Since 30 July we're on our way on the annual beam trawl survey, one of the important sources of information for stock assessment of flatfish species (plaice, sole, dab, brill, turbot). As the sampling grid is the same over years, we can compare the results of the timeseries. This is the first update of the 2018 beam trawl survey.


voortgang tot 23 augustus//progress till 23 August, 15:00 GMT
Op het kaartje is te zien dat het zuidoostelijke deel (zwarte stippen, 82 stations) van de Noordzee al bemonsterd is. Dat was mogelijk dankzij iedereen aan boord (onderzoekers en bemanning), goed weer en het uitblijven van pech zoals schade aan de netten. We vingen in dat gebied 47 soorten vis en 70 andere soorten zoals krabben en zeesterren. De vissoorten die we op het grootste aantal stations aantroffen waren schol (82), dwergtong, pitvis, schar (allemaal op 80 stations) en schurftvis (79). Van de overige soorten vingen we zeester, gewone zwemkrab (beide op 80 stations), heremietkreeft (75), Noordzeekrab en helmkrab (beide op 63 stations).

As you can see, we've covered the southeastern part (black dots, 82 stations) nicely thanks to everyone on board, nice weather and no severe gear damages or other misfortune. In that area, we caught 47 fish species and 70 other species (crabs, starfish, etc.). The most frequently caught finfish species were Pleuronectes platessa (plaice, 82 stations), Buglossidium luteum, Callionymus lyra, Limanda limanda (solenette, common dragonet, dab; all at 80 stations) and Arnoglossus laterna (scaldfish; 79 stations). Of the other species, we caught Asterias rubens, Liocarcinus holsatus, (both at 80 stations), Pagurus bernhardus (75), Cancer pagurus and Corystes cassivelaunus (at 63 stations).



Friday 16 February 2018

Resultaten BTS 2017

Na een aantal maanden radiostilte bij deze enkele resultaten van de boomkorsurvey 2017. Het was een survey met nogal wat hindernissen (zie eerdere blogs voor meer details). Na de laatste blog kwam echter de grootste emotionele klap: bootsman René van Dam overleed in het weekend tussen twee reizen. In de laatste twee surveyweken hebben we aan boord heel hard gewerkt -inclusief doorwerken in het weekend- om een zo root mogelijk deel van het programma af te krijgen, waarbij we dagelijks aan het verlies herinnerd werden. Met heel veel dank aan iedereen die aan boord was, is het gelukt om in elk geval vrijwel alle stations die gebruikt worden in de WMR indexberekening voor schol en tong te bevissen. De reis was echter zo intens en intensief dat bloggen erbij in schoot.
De indices van schol en tong vormen onderdeel van de bestandsschatting. Zie voor meer informatie: https://www.wur.nl/upload_mm/2/f/5/1f1282b7-60e0-4a07-8276-bdbce01fd5a7_Hoe-werkt-een-bestandsschatting2015v3.pdf
After a long silence, hereby some results of the beam trawl survey 2017. The survey was affected by technical issues (see previous blogs), and after the last blog boatswain René van Dam passed away in the weekend between two trips. The following two weeks were intense in multiple ways, as we worked hard to get as much stations sampled as we could, while suffering a severe loss. Writing weblogs was no priority anymore. We however managed to get at least the stations sampled that are used for the WMR index calculation for plaice and sole. The indices are used as tuning series in the stock assessment.


Schol/Plaice

Gegevens van schol zijn opgewerkt voor twee delen van de Noordzee: de zuidoostelijke Noordzee en Duitse bocht resp. de centrale en westelijke Noordzee.
Plaice data is analysed for two separate areas: southeastern North Sea and German bight resp. central and western North Sea.








Index voor 1-, 2-, 3-jarige schol en schol van 4 jaar en ouder op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht (links), en voor de bemonstering in de centrale en westelijke Noordzee (rechts); in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer.//Plaice index (1,2,3 and 4+ years old) for German Bight&southeastern North Sea (left) and central&western North Sea (numbers per hour). Red horizontal line represents the time-series average.

Index voor 4-,5-,6-,7-,8-,9-jarige schol en schol van 410 jaar en ouder op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht (links), en voor de bemonstering in de centrale en westelijke Noordzee (rechts); in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer.//Plaice index (4,5,6,7,8,9,10+ years old) for German Bight&southeastern North Sea (left) and central&western North Sea (numbers per hour). Red horizontal line represents the time-series average.





Tong/Sole

Voor tong worden alleen de gegevens uit de zuidoostelijke Noordzee en Duitse bocht gebruikt vanwege het natuurlijke verspreidingsgebied van de soort.
For sole, only the data southeastern North Sea and German bight are taken into account, due to the geographical distribution area of the species.
Index voor 1-, 2-, 3-jarige tong en tong van 4 jaar en ouder op basis van de bemonstering in de zuidelijke Noordzee en Duitse bocht; in aantallen per visuur. De rode horizontale lijn geeft het langjarig gemiddelde voor de jaarklasse weer.//Sole index (1,2,3,4+ years old) for German Bight&southeastern North Sea (numbers per hour). Red horizontal line represents the time-series average.