Sunday 23 August 2020

Vangst van de dag//Catch of the day

Ook vandaag begon de werkdag om 7.15 met een zogeheten CTD waarneming, waarmee we geleidbaarheid (conductivity), temperatuur op verschillende dieptes meten. Daarna gingen we vissen met de 8 meter boomkorren, op pakweg 5815NB 130 OL, ruim 80 meter diep. Aan elke kant van het schip wordt één boomkor voortgesleept. We zoeken de vangst van het stuurboordnet volledig uit, dus alle vis en ook een representatief deel van de andere soorten. Het weer was goed en we konden het begin van een regenboog zien. Bij de tweede trek van de dag zagen we een volledige regenboog achter het schip. De vraag was of we het goud zouden vangen. 

As the other days, today also started at 7.15 CET with a CTD measurement (condutivity and temperature at different depths). After that, we started fishing with the 8 meter beam trawls at approx. 5815N 130E, at more than 80 m depth.. There's one trawl on either side of the vessel, although we only fully sort the catch of one. When shooting the first haul, we saw the start of a rainbow. During the second haul, there was a full rainbow behind the vessel. We wondered if there was any gold to catch.

Regenboog achter het schip//Rainbow behind the vessel

Het 'goud' bestond in beide trekken uit een aantal mooi goudkleurige kabeljauwen en ruim 30 kilo schelvis, naast pakweg 10 kilo schol en een aantal andere vissoorten. Ook zaten in beide trekken veel verschillende soorten schelpen, heremietkreeften, zeesterren. Wanneer je dieper dan 70 meter vist, neemt het aantal soorten flink toe ten opzichte van de ondiepere gebieden. Eén of twee soorten heremietkreeften worden er drie of vier; twee of drie soorten zeesterren worden er vijf of zes; twee of drie soorten slakken worden er ook vijf of zes. Dat betekent dat we meer tijd kwijt zijn aan sorteren, tellen en wegen dan in de ondiepere gebieden. 

The 'gold' consisted in each haul of some cod, some 30 kilos of haddock, 10 kilos of large plaice and a number of other fish species. Next to that, both hauls contained quite a number of different species of gastropods, hermit crabs, starfish. When fishing deeper than 70 meters the number of species in the catch increases compared to the shallower areas. One or two hermit crab species become three or four species, two or three starfish species end up being five or six, and the same applies to large gastropods. As a result, processing the catch from deeper areas often takes more time than catches from the shallower areas.
Kabeljauw//Cod (Gadus morhua)

In de eerste trek van vandaag vingen we slijmprikken (Myxine glutinosa). Deze beesten kunnen veel slijm produceren. Verder zijn ze heel flexibel en dus verzamelen we ze in een emmer voordat we ze gaan meten, want anders kruipen ze overal over, tussendoor en onder. Op internet is veel informatie (tekst en flimpjes) te vinden over deze soort.

On today's first haul we also caught some hagfish (Myxine glutinosa), a strange creature that can produce a lot of slime. They are very flexible, so we collect them in a bucket to prevent them from creeping all over the place. There's a lot of information on hagfish available on the internet.

Slijmprikken in een emmer//Hagfish (Myxine glutinosa) in a bucket

De tweede trek van de dag bevatte een platvissoort die we niet vaak vangen: de gevlekte griet (Zeugopterus punctatus). De soort houdt van rotsige gronden en kan zich goed vastklemmen aan stenen met zijn vinnen.
In today's second haul we caught a common topknot (Zeugopterus punctatus). Its preferred habitat is rocky substrate where it can hold itself to the rocks by using its fins.

Gevlekte griet//Common topknot (Zeugopterus punctatus)




Saturday 22 August 2020

Survey in een raar jaar//Surveying in an odd year

We hebben vanwege de pandemie een aantal maanden geen surveys kunnen uitvoeren (blauwe wijting, Down's recruitment (beide afgelast), Makreelei (uitgesteld naar 2021)) en zijn sinds mei weer met onderzoeksschepen naar zee. Eerst gingen de schelpdiersurveys van start, waarvan de resultaten worden gebruikt voor de advisering over openstelling schelpdiervisserij, en vervolgens de haring echosurvey (http://herringsurvey.blogspot.com/). We zijn blij dat we -met enige aanpassingen- de gegevens die we nodig hebben voor goed advies kunnen verzamelen. Voor de boomkorsurvey is een grote aanpassing dat er geen andere personen mee mogen dan degenen die van direct belang zijn voor het onderzoek. Dus geen vrijwilligers en ook geen waarnemers uit de visserijsector. Dat is jammer en we hopen dat het snel wel weer mogelijk is. Verder houden we geen break in een buitenlandse haven. 

The pandemic year also affects the surveys. After skipping some (blue whiting, Down's recruitment) and postponing one (North Sea Mackerel egg survey), we started in May with the shellfish surveys, followed by the herring acoustic survey (http://herringsurvey.blogspot.com/). We're happy to also carry out the beam trawl survey, with some modifications. Most apparent is that no other people than strictly needed for the survey are allowed on board. So: no volunteers and no observers from the finshing industry. That is a pity, and we hope we'll be able to invite them back on board soon. We don't have breaks in foreign ports.

Binnenkomst in Den Helder//Port of Den Helder

We hadden ook te maken met een indirect gevolg van de pandemie: vanwege familie-omstandigheden werd één van de bemanningsleden aan wal gebracht. We lagen op 5630 NB 530 OL en zouden richting de noorderlijker stations gaan. De logische keuze zou dus zijn om hem in Denemarken af te zetten, maar gezien alle maatregelen kozen we ervoor om de stations in een andere volgorde te bemonsteren en woensdagavond na de laatste trek richting Den Helder te gaan. Daar hadden we om 7.15 's morgens een snelle bemanningswissel en vertrokken weer naar zee. Om half 2 's middags ging het BTS onderzoek weer verder, op een locatie 70 zeemijl van Den Helder. 

We also encountered an indirect effect of the pandemic and its measures. One of the crew had to go home due to personal circumstances. As we were at 5630 N 530 E, the most obvious option would have been sailing to Denmark. We did not take the risk of ending up in a foreign port, so we decided to change plans and sample the stations more to the south, so we could sail to Den Helder after the last haul on Wednesday. We had a quick crew change at 7.15, went back to sea and did our first haul of the day after lunch, 70 miles off Den Helder.


De Zeevaartschool, WMR locatie Den Helder//WMR office Den Helder

Terug naar zee//Back to sea

Daarnaast is er een hele set aan beschermingsmiddelen mee: mondmaskers, spatschermen, desinfectiegel, zeep, etc. Gelukkig zijn we niet meer verplicht de hutten te desinfecteren met formaline, want dat is echt heel giftig. In vroeger tijden (1950!) gebeurde dat echter wel (kennis opgedaan dankzij en foto genomen op de tentoonstelling 'Besmet!' in Rijksmuseum Boerhaave).

Next to these changes, we've got a suite of protective equipment on board: mouth masks, soap, disinfection fluid, etc. Luckily we didn't have to disinfect our cabins with formaldehyde, as happened in 1950 (picture taken in temporary exposition 'Contagious!' in National museum Boerhaave)

Bescherming anno 2020//Protective equipment anno 2020

Bescherming anno 1950//Protective measures anno 1950 (Rijksmuseum Boerhaave)


Thursday 20 August 2020

Ander onderzoek aan boord//Other research on board

Sinds 2015 voeren we naast de reguliere survey een klein extra programma uit: monitoring van stoffen in biota (levende wezens) buiten de 12-mijlszone van de Nederlandse Noordzeekust in het kader van 'Concentraties van vervuilende stoffen' van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Eén van de onderdelen van die monitoring is het jaarlijks vaststellen van de gehalten aan chemische contaminanten (vervuilende stoffen) in schol. Het onderzoek richt zich op drie referentielocaties: de Doggersbank, de Bruine Bank en ten Noordwesten van Terschelling. De monstername vindt jaarlijks plaats tijdens de BTS.

De vistrekken voor de contaminanten mogen maximaal een uur duren en daaruit moeten 103 vrouwtjes schollen verzameld worden tussen 15 en 30 cm. Het maakt niet uit -in tegenstelling tot de reguliere bemonstering- of de vis overdag of 's nachts gevangen wordt, dus vaak plannen we die trekken aan het eind van de dag. 

Since 2015 a small additional programme has been added to the survey: data collection for contaminant anlyses in biota, as part of the Marine Strategy Framework Directive. Plaice from three locations (Dogger bank, Brown bank, North-west of Terschelling) in the Dutch EEZ have to be collected.

Fish hauls for this programme can be done at day or nighttime. Maximum haul duration is 60 minutes, targeting 103 female plaice ranging from 15-30 cm. 


Individueel genummerde vis na wegen en meten//Individually numbered fish after weighing and measuring

De routine van de survey verandert dan, we transformeren van een geoliede machine waarin iedereen verschillende dingen doet (vis meten, benthos sorteren, tellen en wegen, biologische informatie van vis -o.a. otolieten- verzamelen) naar een soort fabriekssysteem om te zorgen dat de schollen zo snel mogelijk van de vangst in droogijs belanden. De snelheid is van belang omdat de processen in de vissen (bijv. vertering) doorgaan zo lang de vis niet diepgevroren is. Gisteravond hadden we (onderzoekers en bemanning) binnen pakweg 40 minuten na het storten van de vangst de benodigde schollen gesorteerd, gewogen, gemeten, voorzien van een nummer, verdoofd, per stuk ingepakt in folie, op droogijs gezet en de gegevens ingevoerd. Onze collega's op het chemisch laboratorium zullen de verdere analyses uitvoeren.

The survey routine changes for these hauls from a system where everyone deals with a different catch component to a factory system with one clear target: make sure the plaice ends up as soon as possible in the dry ice. Biological processes continue till the fish has been frozen. Yesterday, we (=research as well as ship's crew) managed to get all fish sorted, measured, weighed, wrapped in foil, stored in dry ice and the data entered withing 40 minutes after the catch came on board. Our institute's colleagues from the chemical lab will take care of the further sample processing.

Ingepakte schol//Plaice in foil


De pakketjes gaan in droogijs//The wrapped plaice is put in dry ice




Monday 17 August 2020

Overzicht over BTS deel I//Achievements in BTS part I

De eerste drie weken van de boomkorsurvey zijn we goed doorgekomen. Alle geplande stations zijn bevist, het weer was mooi. Alhoewel we nog niets kunnen zeggen over hoe het staat met de vis ten opzichte van voorgaande jaren, bij deze wel een overzicht van de inspanningen die zijn verricht, gebaseerd op voorlopige (nog niet volledig gecontroleerd op de kwaliteit) informatie.

The first three weeks of the beam trawl survey have been successful. All planned stations have been fished, and the weather was good. Although we cannot tell the difference in the amount of fish in the North Sea based on only this part of the survey, we can provide an overview of the effort and achievements made, based on preliminary (not fully quality checked) data.

Ten eerste: waar hebben we gevist? De kaart toont de vislocaties van 2019 (groen) en 2020 (blauw). Alhoewel niet ieder haar op exact dezelfde locatie wordt gevist, gaan we er wel van uit dat we de ruimtelijke dekking wel constant houden over de jaren. Wanneer er meerdere vislocaties in één vierkant gepland staan, zorgen we dat die minimaal 10 mijl van elkaar liggen.

First of all: station coverage. The map shows the stations covered in 2019 (green) and 2020 (blue). Although we don't fish exactly on the same locations annually, we expect that the spatial coverage over the years is quite constant. When two or more trawls are planned in one rectangle, the should be at least 10 miles apart.

Ten tweede: wat hebben we gevangen? We concentreren ons op de vis. De tabel toont het aantal stations waarop een vissoort is aangetroffen. In 2019 zijn 73 trekken uitgevoerd, in 2020 74. Uit de tabel blijkt duidelijk dat er slechts kleine verschuivingen zijn in de keren dat we een vissoort hebben aangetroffen in de bemonstering, zeker waar het gaat om de soorten die van commercieel belang zijn. Alleen griet en tongschar hebben zijn in dit gebied echt met een andere frequentie waargenomen. Dat hoeft nog niets te zeggen over de uiteindelijke aantallen waarmee we aan het eind van de survey mee gaan rekenen. We voegen dan eerst de gegevens per kwadrant (vierkant op de kaart) samen, waardoor die verschillen ook weer minder groot worden. Bovendien kan het zijn dat in de aangrenzende gebieden die we de komende weken gaan bevissen, ook weer sprake is van een andere samenstelling.

Secondly: what have we caught? In this blog, we'll only zoom in on the fish only. The table shows the number of hauls in which a species occurred in 2019 and 2020. In 2019 73 hauls have been conducted, in 2020 74. The table shows that there are only minor differences in the number of stations where we encountered the more dominant species -and especially those of commercial interest. The only species for which real differences appear, are lemon sole (Microstomus kitt) and brill (Scophthalmus rhombus). This does not tell us anything about the final survey outcomes yet. First of all, we put together the catches on a rectangle basis, and secondly, we've still four more surveyweeks to come.

soort scientific_name 2019 2020
Schar Limanda limanda 72 74
Schol Pleuronectes platessa 72 74
Schurftvis Arnoglossus laterna 71 74
Dwergtong Buglossidium luteum 71 73
Pitvis Callionymus lyra 69 73
Tong Solea solea 65 71
Wijting Merlangius merlangus 61 63
Grauwe poon Eutrigla gurnardus 58 59
Harnasmannetje Agonus cataphractus 53 60
Tarbot Scophthalmus maximus 57 56
Rode poon Chelidonichthys lucerna 51 60
Tongschar Microstomus kitt 29 40
Griet Scophthalmus rhombus 34 19
Bot Platichthys flesus 27 25
Grondel Pomatoschistus sp. 25 27
Mul Mullus surmuletus 24 25
Kleine pieterman Echiichthys vipera 22 25
Vierdradige meun Enchelyopus cimbrius 17 18
Zeedonderpad Myoxocephalus scorpius 19 16
Kleine zeenaald Syngnathus rostellatus 18 10
Smelt Hyperoplus lanceolatus 8 15
Sprot Sprattus sprattus 14 9
Rasterpitvis Callionymus reticulatus 6 16
Schelvis Melanogrammus aeglefinus 8 12
Zandspieringen indet. Ammodytes sp. 11 9
Hondshaai Scyliorhinus canicula 7 11
Horsmakreel Trachurus trachurus 3 15
Kabeljauw Gadus morhua 4 14
Stekelrog Raja clavata 9 9
Steenbolk Trisopterus luscus 9 5
Grote pieterman Trachinus draco 4 7
Slakdolf Liparis liparis liparis 6 5
Haring Clupea harengus 1 9
Gevlekte rog Raja montagui 1 6
Lange schar Hippoglossoides platessoides 3 2
Gevlekte pitvis Callionymus maculatus 2 2
Grote zeenaald Syngnathus acus 3 1
Makreel Scomber scombrus 2 1
Adderzeenaald Entelurus aequoreus 1 1
Dwergbot Phrynorhombus norvegicus 2
Geep Belone belone 1 1
Sterrog Amblyraja radiata 1 1
Blauwkeeltje Helicolenus dactylopterus 1
Blonde rog Raja brachyura 1  
Botervis Pholis gunnellus 1
Dwergbolk Trisopterus minutus 1  
Franse tong Pegusa lascaris 1
Gladde haai Mustelus mustelus 1
Koekoeksrog Leucoraja naevus 1
Pitvissen indet. Callionymus sp. 1
Rivierprik Lampetra fluviatilis 1
Vijfdradige meun Ciliata mustela 1
Witje Glyptocephalus cynoglossus 1
Zeeduivel Lophius piscatorius 1
Zeenaalden indet. Syngnathus sp. 1  
Zonnevis Zeus faber 1  

Thursday 13 August 2020

Oranje maakt het ons moeilijk//Orange gives us a hard time

Inmiddels is het de laatste dag van het eerste deel van de BTS. In de eerste week werden 20 trekken gedaan en daarop volgend werke een ploeg tien dagen onafgebroken. Hierin werden 54 vistrekken uitgevoerd in verschillende gebieden in de Noordzee. Gedurende de tien laatste dagen veranderde de vangst: meer soorten benthos en met name meer oranje gekleurde soorten. Zoals gewone heremietkreeft, gewone zeester, hoekige krab en Noorse kreeft. Dit maakt het sorteren ingewikkelder. We proberen namelijk alle soorten te sorteren, maar omdat de aantallen van een soort soms heel hoog zijn, kan dit een tijdrovende klus zijn. Daarom nemen we geregeld een deelmonster (sub; in de blog van 2018 uitleg over het nemen van een sub: https://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2018/08/een-beetje-veel-te-veel-vissen-om-te.html), wat veel tijd scheelt en toch betrouwbare informatie oplevert.

Today is our last day of the first part of the BTS. Twenty hauls were conducted in the first week and after that, ten days of continuous sampling followed. In those days, 54 fishing hauls were completed in different parts of the North Sea. Over the last days, more benthos species appeared in the catch, especially the orange colored species. Like common starfish, common marine hermit crab, angular crab and Norway lobster. This makes sorting a benthos sample more complex. We want to sort everything on species, however if numbers are high for a particular species, this can take a lot of time. Therefore we sometimes take subsamples (in the blog of 2018 we describe how that works https://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2018/08/een-beetje-veel-te-veel-vissen-om-te.html). 

Gesorteerde vangst, met uitzondering van de vis//Sorted catch, without the fish species

Dinsdag vingen we twee kortsnuit zeepaardjes (Hippocampus hippocampus). Een mannetje en een vrouwtje! Maar hoe zie je het verschil eigenlijk tussen een mannetje en een vrouwtje zeepaard? Eigenlijk wisten wij dit ook niet. Na wat onderzoek zijn wij er naar ons idee uit (mochten wij ernaast zitten, laat het ons dan vooral weten in de comments). Het mannetje heeft een broedbuidel (omdat hij de eieren van het vrouwtje uitbroedt) en daardoor bevindt de rugvin zich ter hoogte van het midden van zijn buik. Bij het vrouwtje bevindt de rugvin zich onder de buik. Leuk onze ook is naast elkaar te hebben liggen.

On Tuesday, we caught two short-snouted seahorses (Hippocampus hippocampus). A male and a female. But how to tell the difference between a male and a female seahorse? We didn’t know. After some research we found a description of the difference between the male and female (correct us if we are wrong in the comments). The male has a brood pouch in which he carries the eggs of the female. He also goes through pregnancy and labor. Therefore, the males dorsal fin is in the middle of his belly. A female has the dorsal fin under her belly. Very nice to have them side by side for a comparison.

Man en vrouw zeepaard//Male and female sea horse


Tuesday 11 August 2020

Archeologie op zee//Archaeology at sea

De afgelopen dagen verliepen soepel, we bevonden ons tussen Helgoland en de Duitse wadden eilanden. De vangst was wat eentonig maar dat mag de pret niet drukken. In de blog van vorig jaar beschreven we hoe we het plastic uit de vangst categoriseren (https://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2019/08/na-een-weekend-in-het-pittoreske-en.html). Dit doen wij elk jaar. Tijdens de trek ten zuiden van Helgoland, een wel een boeiend stukje afval tussen te vangst: een oud bruin flesje. Het was overgroeid met bryozoa (ook wel bekend als mosdiertjes), maar daar onder leken toch letters te staan. Na voorzichtig wat bryozoa weg te hebben gehaald konden we op het flesje de volgende Duitse tekst lezen: ‘Eigenthum der actien bier brauerei Hamburg St Pauli’.

For the last few days our sampling went well. We were located between Helgoland and the German Wadden islands. The catch is bit monotonous but that shouldn’t spoil the fun. In last year’s blog we wrote about the categorization of plastic and debris (https://beamtrawlsurvey.blogspot.com/2019/08/na-een-weekend-in-het-pittoreske-en.html). We do this every year. During one of the hauls just south of Helgoland, we found an interesting piece of glass: an old brown bottle. It was covered in bryozoa. After removing some of it carefully, letters popped up. Written on the bottle in German: ‘Eigenthum der actien bier brauerei Hamburg St Pauli’.

De fles//The bottle

Een zoektocht op google resulteerde in de oorsprong van de fles. Het is afkomstig van een de Duitse brouwerij Bavaria-St. Pauli, die actief was in de periode tussen 1863 en 1922. Het is dus heel waarschijnlijk dat dit flesje bijna 100 jaar oud is. Een leuke vondst!

After some research on google I found information on the origin of the bottle. Apparently, it was made for the German Bavaria- St Pauli brewery whom were active in the period of 1863 and 1922. That means that this bottle is probably around a 100 years old. A cool finding if i may say so!

Ook vingen wij deze trek een deel van een schedel op. Van welk dier het afkomstig was durfden we in eerste instantie niet te zeggen. We deelden daarom de foto’s in ons netwerk, in de hoop te achterhalen wat het voor dier geweest kan zijn. Want dat is toch wel leuk om te weten. Een paar uur later wisten we dankzij Adrie Vonk, dat het om een deel van een paarden (Equus caballus) schedel gaat.

In the haul of this morning, we caught a piece of a skull. From which animal it was we couldn’t tell. So, we all sent photos into our network to get it identified. A few hours later we knew it is a part of a horse skull (Equus caballus).

Schedel van een paard//Horse skull

Schedel van een paard//Horse skull

 

Friday 7 August 2020

Mossels en wulken//Mussels and whelks

De vangsten blijven de laatste twee dagen vrijwel hetzelfde, we zien vooral meer kleine schol en schar en veel kamsterren en zeesterren. Zo nu en dan komt er nog wel eens wat voorbij wat we minder vaak zien, zoals de gewone paardenmossel. Enkele van ons hadden deze grote mosselsoort nog niet eerder gezien. En deze mossels kunnen tot wel 22 cm groot worden!

Over the last two days the catch composition has not changed much: mainly dab, plaice and a lot of sand sea stars and common sea stars. Every now and then a species pops up that some of us don’t see that often. In this case the Northern horse mussel, that can grow up to 22 cm.

Een gedeelte van de gesorteerde vangst (op de voorgrond schol)//Part of the sorted catch (up front Plaice)

Paardenmossel//Northern horse mussel (Modiolus modiolus)


Daarnaast hadden we ook een vangst met drie soorten grote huisjesslakken: wulk (Buccinum undatum), noordhoorn (Neptunea antiqua) en slanke noordhoorn (Colus gracilis). Onderscheid tussen deze soorten slakken wordt bepaald door de unieke kenmerken van de schelp. Zo heeft een wulk grove dwarsribben over de windingen van zijn schelp lopen en een Noordhoren niet (hiervan zijn de windingen glad). Daarnaast is de binnenkant van de schelpopening van de noordhoren vaak geel-oranje  van kleur en die van de wulk niet. Voor vissers is het belangrijk om de soorten goed te kunnen onderscheiden aangezien wulk eetbaar is en noordhoorn giftig.

Besides these incidental encounters, we also had three species of large gastropods in yesterday’s catch. The common whelk (Buccinum undatum), red whelk (Neptunea antiqua) and the Colus gracilis. The difference between these species of gastropods is determined by the unique characteristics of the shell. The shell of the common whelk has costae, which the red whelk has not (it has a smooth surface apart from spiral striae). The opening of the shell of a Red whelk is yellowish-orange. The shell opening of the common whelk is white. For fishers, knowing the difference is crucial, as the common whelk is edible and red whelk is venomous.

Van boven naar beneden: slanke noordhoorn, wulk en noordhoorn//Top to bottom: Colus gracilis, Buccinum undatum, Neptunea antiqua

Maar hoe zie je dan het verschil tussen de gewone noordhoren en de slanke noordhoren? Slanke noordhorens zijn (zoals de naam eigenlijk al verklapt) wat slanker in verhouding tot de noordhoren. De windingen zijn niet of slechts een klein beetje bol. Ze hebben vaak een wittige/creme kleur en worden tot 9 cm groot. Op de schelp zit een schilferige bruine laag die makkelijk loslaat. En de schelpopening van een slanke noordhoren is vrijwel wit, terwijl die van de gewone noordhoren vaak oranje bruin is.

But how do you tell the difference between the red whelk and Colus gracilis? Colus gracilis is slimmer than the red whelk, the whorls are almost flat-sided or only slightly tumid. And its shell has a periostracum that flakes easily. They can grow up to 9 cm, whereas the red whelk can grow up to 20 cm. The shell opening of Colus gracilis is mainly white, whereas the red whelk has an yellowish-orange coloration.


Tuesday 4 August 2020

Als heremietkreeftjes je voor de gek proberen te houden/ When hermit crabs try to fool you

De tweede week van de BTS is gestart en de eerste paar trekken zijn gisteren voor de kust van Scheveningen bemonsterd. Vervolgens zijn wij een stuk naar het noorden gestoomd. Momenteel zien wij qua vis vooral tongschar, schar, schol, dwergtong, schurftvis en wat grauwe ponen. De overige soorten zijn voornamelijk kamsterren, fluwelen zeemuis, gewone zwemkrab en schelpensoorten als Noordkromp en gedoornde hartschelp.

The second week of the BTS has begun. Yesterday we sampled our first few hauls near the coast of Scheveningen. Meanwhile the Tridens sailed further North. At the moment the catch consists mainly out of lemon sole, dab, plaice, yellow sole, scaldfish and grey gurnard. The benthos samples are mainly dominated by sand sea stars, sea mouse, swimming crab, ocean quahog, common marine hermit crab and European prickly cockle.

Wat opviel tijdens de trekken voor Scheveningen, was de aanwezigheid van de kleine heremietkreeft (ook wel boxertje, Diogenes pugilator). Het is één van de soorten heremietkreeften in de Noordzee. Zowel de kleine heremietkreeft als de gewone heremietkreeft (Pagurus bernardus) zaten in de vangst. Maar hoe herken je het verschil in deze soorten als ze van dezelfde grootte zijn?  En wat als ze je ook nog proberen te foppen door een huisje van dezelfde schelpensoort te gebruiken?

During the hauls in front of Scheveningen we noticed the presence of the small hermit crab (Diogenes pugilator). One of the three species of hermit crab in the North sea (see the blog of last year for the third species of hermit crab). Both the small hermit as the common marine hermit crab were in these hauls. But how do you tell the difference between two species of hermit crab with the exact same size? And what if they try to fool you with the shell of another species (in this case the original inhabitant)?

v.l.n.r. gevlochten fuikhoren, gewone heremietkreeft en de kleine heremietkreeft.//From left to right netted dog whelk (Nassarius reticulatus), common marine hermit crab (Pagurus bernardus) and the small hermit crab (Diogenes pugilator)


Simpel! De onderscheidende kenmerken voor de kleine heremietkreeft zijn: grote schaarpoot links, grijs van kleur en totale lengte van het beest niet groter dan 2,5 cm. Voor de gewone heremietkreeft: grote schaarpoot rechts, oranje/bruin van kleur en totale lengte van het beest wel 10 cm groot.

Simple! The unique characteristics for the small hermit crab are: largest chela on the left, greyish of color and not more than 2.5 cm total length. For the common marine hermit crab: largest chela on the right, orange/brown of color and up to 10 cm total length.

Eén van de veel voorkomende vragen bij de heremietkreeften is: maken ze het huisje zelf? Dat doen ze niet, ze gaan op huizenjacht. Ze passen verschillende lege schelpjes en zodra ze er eentje vinden waar ze in passen, is er een match. Zodra ze dit huisje weer zijn ontgroeid, start de zoektocht weer opnieuw.

A frequently asked question on hermit crabs: do they build their own houses/shells? No, they don't, they go house hunting! They try several empty shells and when their body fits in one, there is a match. And when they outgrow there shell, they go house hunting again.       


Sunday 2 August 2020

Vermindering van plastic afval in de zee//Plastic litter reduction

Er is altijd ruimte voor verbetering. Aan de achterkant van de visnetten zit aan de onderzijde een bescherming om te zorgen dat het net niet beschadigt terwijl het over de grond sleept met vangst er in. Oorspronkelijk gebeurt dit met 'pluis'. Dat zijn dunne plastic draadjes die in een soort kwasten aan de onderzijde vast zitten. Pluis is eigenlijk niet pluis, want door de krachten die op het net komen te staan, raken er draadjes los. Het gevolg: pluis in zee. 

There is always room for improvement. The back-end of the net is protected by 'pluis' (a nice word to improve your Dutch pronunciation): bundled monofilaments. Due to the forces on the net when it is trawled over the seabed, some pluis will detach from the net and end up in sea. 

Net met pluis voorafgaand aan de eerste trek//Net with monofilaments before the first haul 
(photo credits: A. Scheepmaker)

Net met pluis na 15 trekken//Net with monofilaments after 15 hauls
(photo credits: A. Scheepmaker)

Dit jaar stelden de bootsmannen voor om de netbescherming van pluis te vervangen door yakleer. In eerste instantie is dit alleen toegepast op het bakboord net, om goed in de gaten te kunnen houden of er verschillen in vangst optreden. De vangsten uit bakboord vormen niet de basis voor de surveyresultaten; het net aan stuurboord is het net waarvan de vangst standaard volledig wordt geanalyseerd. Wanneer we geen effect zien op de vangsten en het leer de netten even goed beschermt als het pluis, zal ook het stuurboordnet daarvan voorzien worden. Yakleer is één van de alternatieven uit het intiatief Vispluisvrij (zie bijv. https://vistikhetmaar.nl/artikelen/vispluisvrij/) en wordt intussen ook in de visserij gebruikt. 

This year, the boatswains proposed to change the net protection from pluis to yak leather -first only on portside, as this is the side we don't directly use for the survey results. When the change in protective material does not influence the catches, and net damage is prevented equally, the leather will be applied to the starboard net as well. The yak leather protection has been tested by the fisheries in an initiative to reduce plastics in the sea, and is in use in the commercial fisheries as well (https://vistikhetmaar.nl/artikelen/vispluisvrij/, only in Dutch). 

Net met leer voorafgaand aan de eerste trek//Net with leather protection before the first haul 
(photo credits: A. Scheepmaker)

Net met leer na 15 trekken//Net with leather protection na 15 trekken 
(photo credits: A. Scheepmaker)