Monday 22 August 2022

Het eerste deel zit er op // The first part is over

De Nederlandse boomkorsurvey is verdeeld in twee delen: drie weken in het zuidoostelijke deel van de Noordzee en in de Duitse bocht en daarna vier weken verder de Noordzee op. Het eerste deel wordt al uitgevoerd sinds 1985: eerst met onderzoeksvaartuig Isis gedurende vijf weken, tegenwoordig drie weken met onderzoeksschip Tridens. Aan boord van de Isis deden twee onderzoekers het werk en aan boord van de grotere Tridens kunnen vijf of zes mensen het werk uitvoeren, waardoor we uiteindelijk minder tijd op zee zijn. Het tweede deel wordt sinds 1998 uitgevoerd. Om het grote gebied in het tweede deel te kunnen onderzoeken, liggen de visposities verder uit elkaar dan in de eerste drie weken. Het vistuig is grotendeels gelijk, alleen is in de tweede periode een wijdmazige touwconstructie voor het net aanwezig (een 'schotje'), om eventuele stenen niet in het net te laten belanden. Tijdens de eerste drie weken is dat niet nodig omdat in dat gebied de bodem vooral bestaat uit zand.

The Dutch beam trawl survey is divided in two parts: three weeks in the southeastern North Sea and German bight, followed by four weeks in the central and western North Sea. The first part has been conducted since 1985, the second since 1998. The fishing gear is almost the same, but in the last four weeks a flip-up rope is attached to the net, to prevent boulders entering the net. In the first part the area covered mostly consists of sand.

Bemonsterde locaties en de hoeveelheid mosdiertjes op die plekken //
Stations fished and the amount of Electra pilosa in the catch
*=ongeldige trek; met rode cirkel: ongeldigheid veroorzaakt door mosdiertjes //
*=invalid haul; red circle: invalidity caused by E. pilosa

Eén van de soorten met de hoogste aaibaareidsfactor (voor zover die bestaat voor vissen) was de afgelopen weken het kortsnuitzeepaardje (Hippocampus hippocampus). Er gaat veel vis door onze handen, maar van deze soort wordt dan toch vaak een foto gemaakt. Het is ook een mooi beest: zwemt verticaal in plaats van overwegend horizontaal zoals de meeste vissen en met zijn staart kan hij zich vastgrijpen aan zeewier of zeegras. De afgelopen jaren neemt het aantal zeepaardjes in Nederlandse wateren toe, ze spoelen aan op het strand of worden gezien door duikers of vissers.

One of the most cuddly species (if that can apply to fish at all) was the short-snouted seahorese (Hippocampus hippocampus). We catch, sort, and measure quite some fish, but this species ends up on a picture quite often. It is a special animal, as it swims vertically instead of horizontally, and with its tail it can easily grab seaweed or seagrass "when its stormy so they don't get swept away in the currents" as a six-year old explained recently.

Kortsnuitzeepaardje // Short-snouted seahorse

In de afgelopen drie weken werden 53 verschillende vissoorten aangetroffen en ongeveer 70 andere soorten, o.a. krabben en kreeftachtigen (18 soorten), stekelhuidigen (zeesterren e.d.: 6), garnalen, schelpdieren, kwallen, anemonen, hydroidpoliepen, mosdiertjes. Al die beesten zijn gesorteerd, op naam gebracht, geteld voor zover mogelijk en gewogen. Dat levert dus veel informatie op over het leven op en rond de zeebodem.

Over the past weeks, 53 different fish species were caught and approximately 70 other species, i.a. crabs (18 species), echinoderm species (starfish, brittle stars, etc.: 6 species), shrimps, shellfish, jellyfish, anemones, hydrozoans, bryozoans. All those animals have been sorted, identified to the lowest possible taxonomic level, counted when possible, and weighed. A lot of information of the marine life close to the seafloor has been collected.

 


No comments:

Post a Comment